Human Company is onderdeel van

Home | publicaties | Ruimtelijk inzicht: biologisch bepaald of ontwikkelbaar?

Ruimtelijk inzicht: biologisch bepaald of ontwikkelbaar?

Als het om inparkeren gaat, bestaan er nog steeds sterke aannames dat ruimtelijk inzicht biologisch bepaald is. Onderzoek vertelt ons echter een ander verhaal.

Allereerst, wat is ruimtelijk inzicht?
Ruimtelijk inzicht gaat over hoe goed je kunt voorstellen hoe dingen eruitzien en in elkaar zitten. Dat kan gaan om iets letterlijk in 3D voor je zien, maar ook om het begrijpen van een ingewikkeld geheel door het voor je te visualiseren. Het bestaat uit verschillende deelvaardigheden die allemaal te maken hebben met kijken, voorstellen en verbanden zien.

  • Mentale rotatie: objecten in gedachten draaien of vanuit een ander perspectief zien.
  • Ruimtelijke visualisatie: je voorstellen hoe iets eruitziet als het verandert van vorm of positie.
  • Oriëntatievermogen: de relatie tussen jezelf en je omgeving begrijpen.
  • Ruimtelijk redeneren: patronen en structuren doorzien, verbanden leggen.


In welke vakgebieden is ruimtelijk inzicht belangrijk?

In de bouw en techniek is dit inzicht cruciaal: architecten, ingenieurs en vaklieden moeten zich voortdurend voorstellen hoe onderdelen samenkomen. Dat voorkomt fouten en verhoogt de kwaliteit.
Ook bij innovatie en productontwikkeling is visualiseren essentieel. Ontwerpers, game artists en CAD-tekenaars denken in vormen en bewegingen, vaak lang voordat iets echt bestaat.
Piloten, chauffeurs en planners gebruiken ruimtelijk inzicht om routes en bewegingen te begrijpen en snel te reageren.
In de zorg helpt het chirurgen en radiologen driedimensionaal te denken en patronen te herkennen.
Creatieve beroepen als interieurarchitect, beeldhouwer of fotograaf gebruiken ruimtelijk inzicht voor expressie en beleving.
Zelfs in management en strategie helpt het om processen te overzien, patronen te zien en betere beslissingen te nemen.

Vaak wordt gezegd dat mannen meer ruimtelijk inzicht hebben dan vrouwen. Maar deze hypothese is toch echt onjuist. Mannen scoren gemiddeld iets beter op één onderdeel: het mentaal draaien van objecten. Vrouwen scoren juist beter op andere ruimtelijke taken, zoals detailherkenning of het onthouden van locaties. Dit verschil is sterk beïnvloed door ervaring, cultuur en training. En dus volledig te verkleinen (of te laten verdwijnen) met oefening. Wat we dus vaak “natuurlijk talent” noemen, blijkt meestal gewoon verschil in blootstelling.

Hoe kun je ruimtelijk inzicht trainen?

Oefening baart kunst, zo ook met het trainen van ruimtelijk inzicht. Bouw iets met LEGO, monteer meubels of los 3D-puzzels op. Zo leer je vormen en verhoudingen begrijpen. Ook navigeren zonder GPS traint je brein om ruimte en richting beter in te schatten, al is dat wellicht niet altijd even wenselijk voor de gemoedelijkheid van de reis als je met het gezin op pad bent. Onderzoek toont aan dat zulke praktische oefeningen de hersengebieden versterken die ruimtelijke cognitie ondersteunen.
Digitale training werkt ook. 3D-games als Minecraft of Portal verbeteren visueel redeneren, en met apps of programma’s als Lumosity, SketchUp en Blender kun je gericht oefenen. Zelfs kort gamen kan het ruimtelijk inzicht merkbaar vergroten.
Tekenen, ontwerpen en visualiseren zijn tot slot krachtige vormen van training. Door objecten vanuit verschillende hoeken te tekenen of met 3D-software te werken, leer je letterlijk vanuit meerdere perspectieven te kijken.

Kortom: bouw, speel, teken en laat je hersenen de ruimte verkennen.